Sinds Windows 95 ondersteunt Microsoft het delen van bestanden en printers. Deze netwerkfunctie is vooral handig op thuisnetwerken, maar kan een veiligheidsrisico vormen op openbare netwerken.
Hieronder vindt u instructies voor het inschakelen van de functie als u bestanden en printertoegang met uw netwerk wilt delen, maar u kunt ook meegaan om het delen van bestanden en printers uit te schakelen als u dat wilt.
De stappen voor het in- of uitschakelen van bestands- en printerdeling verschillen enigszins voor Windows 10/8/7, Windows Vista en Windows XP, dus let goed op de verschillen wanneer ze worden opgeroepen.
Schakel bestands- en printerdeling in / uit in Windows 7, 8 en 10
-
Open deControlepaneel. De snelste methode is om het dialoogvenster Uitvoeren te openen met de Win + R toetsencombinatie en voer de opdracht in controle.
-
Kiezen Netwerk en internet als u de categorieën in het Configuratiescherm bekijkt of ga naar stap 3 als u alleen een aantal appletpictogrammen van het Configuratiescherm ziet.
-
Open Netwerkcentrum.
-
Kies uit het linkerdeelvenster Verander geavanceerde instellingen voor delen.
-
Hier staan de verschillende netwerken die u gebruikt. Als u het delen van bestanden en printers op het openbare netwerk wilt uitschakelen, opent u dat gedeelte. Kies anders een andere.
-
Zoek het gedeelte Bestands- en printerdeling van dat netwerkprofiel en pas de optie aan door een van beide te selecteren Schakel het delen van bestanden en printers in of Schakel het delen van bestanden en printers uit.
Sommige andere opties voor delen kunnen hier ook beschikbaar zijn, afhankelijk van uw versie van Windows. Dit kunnen opties zijn voor gedeelde mappen, netwerkdetectie, versleuteling van thuisgroepen en bestanden delen.
-
Kiezen Wijzigingen opslaan.
Met de bovenstaande stappen hebt u een fijnere controle over het delen van bestanden en printers, maar u kunt de functie ook in- of uitschakelen Configuratiescherm Netwerk en internet Netwerkverbindingen. Klik met de rechtermuisknop op de netwerkverbinding en ga naar eigenschappen en dan de Netwerken tab. Schakel het selectievakje in of uit Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken.
Schakel Bestands- en printerdeling in Windows Vista en XP in of uit
-
Open het Configuratiescherm.
-
Kiezen Netwerk en internet (Vista) of Netwerk- en internetverbindingen (XP) als u in de categorieweergave staat of ga naar stap 3 als u de appletpictogrammen op het bedieningspaneel ziet.
-
Kies in Windows Vista Netwerkcentrum.
Kies in Windows XP Netwerk connecties en ga vervolgens naar stap 5.
-
Kies uit het linkerdeelvenster Beheer netwerkverbindingen.
-
Klik met de rechtermuisknop op de verbinding waarvoor printer- en bestandsdeling is ingeschakeld of uitgeschakeld en selecteer eigenschappen.
-
In de Netwerken (Vista) of Algemeen (XP) -tabblad van de eigenschappen van de verbinding, vink het selectievakje naast aan of verwijder het vinkje Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken.
-
Klik OK om de wijzigingen op te slaan.